25 jaar
Vliegverwachtingen

Thermiektips

Onderstaande thermiektip is gepubliceerd in de nieuwsbrief van Maart 2020.

“Toen ik net mijn B2 op zak had mocht ik eens meevliegen met het Nederlandse team. Onder begeleiding van Urs Haari en een andere Zwitserse toppiloot gingen we overlandvliegen vanaf de Hasliberg (Meiringen). Ik wilde pertinent niet als enige uitzakken dus had een ‘elastiek’ strategie bedacht.: een denkbeeldig elastiek tussen die Zwitser en mij. Overal waar hij vloog, vloog ik ook. Voordat ik het wist zat ik als hoogste en aan het einde van de dag stond ik samen met Leo en die Zwitser als verste. Ik had een belangrijke les geleerd: kijk naar andere piloten. Dat is natuurlijk een tip die je regelmatig hoort, maar naar wie kijk je dan als je in de lucht hangt? En wanneer kijk je dan?

Het antwoord op de laatste vraag is simpel: je kijkt continue om je heen. De belangrijkste voorwaarde daarvoor is wel dat je volledig vertrouwd bent met het vliegen op een paraglider. Je moet niet meer bezig zijn met jezelf afvragen hoe je een goede bocht maakt, hoe je actief vliegt, etc, dit moet allemaal volledig automatisch gaan. Pas dan krijg je de rust en tijd om tijdens het vliegen om je heen te kijken. Dus ook als je in een bel zit kijk je om je heen om te zien of er niet iemand is in een andere bel die veel harder omhoog gaat dan jij. En zelfs al ga je als een speer omhoog dan nog ben je bezig met kijken naar andere piloten: waar zit de volgende bel? Werkt het overal zo goed of is het alleen waar jij nu zit? Welke route kun je het beste nemen om bij de volgende bel te komen? Kijken is dus super belangrijk!

Terug naar de eerste vraag: naar wie kijk je dan als je in de lucht hangt? Stel je even voor dat het een thermische dag is en jij hangt ergens in de lucht maar je bent je bel kwijt. De wind komt vanaf het zuiden, neem voor dit voorbeeld even aan dat er geen bergen zijn waar je tegenaan kunt vliegen Er zijn grofweg 4 andere groepen piloten in de lucht aan het thermieken:

  • A: een groep piloten thermiekt hoger dan jij, een stuk ten noorden van jou (downwind dus tov jouw positie)
  • B: een groep piloten thermiekt hoger dan jij, een stuk ten zuiden van jou (tegenwind dus tov jouw positie)
  • C: een groep piloten thermiekt lager dan jij, een stuk ten noorden van jou (downwind dus tov jouw positie)
  • D: een groep piloten thermiekt lager dan jij, een stuk ten zuiden van jou (tegenwind dus tov jouw positie)

Naar welke groep ga je toe vliegen en waarom? Denk er eens over na voordat je doorleest!

Ik merk tijdens onze thermiekcursussen dat de natuurlijke neiging van piloten is om te kijken naar piloten die hoger vliegen dan jij. Maar realiseer je dat die piloten in een bel zitten die misschien op de hoogte waar jij vliegt niet (meer) actief is. Een bel is precies wat het woord al aangeeft: een bel warme lucht die los is gekomen en omhoog gaat. De piloten die daar nu in zitten kunnen er gebruik van maken, maar als jij lager dan die groep vliegt is er een grote kans dat die bel er helemaal niet (meer) is als jij daar aankomt. Vaak wordt me dan gevraagd: ‘hoeveel hoger of lager heb je het dan over?’. Dat is lastig te beantwoorden. Maar als een groep 100m hoger dan jij vliegt dan moet je hier zeker al rekening mee houden. Eea hangt natuurlijk ook af van de horizontale afstand van die piloot, oftewel hoe lang duurt het om daar te komen. Maar het principe blijft staan: je kunt je beter focussen op piloten die lager vliegen dan jij en omhoog gaan, want die bel moet nog bij jou langskomen en daar kun jij dus mooi nog bij instappen.

Nu dan nog de vraag: ga je naar de groep die van jou uit gezien ten noorden of ten zuiden van je vliegt? Voor het voorbeeld gaan we er even vanuit dat ze allebei even ver weg vliegen vanaf jouw positie. Om dit te beantwoorden moet je je goed bedenken dat een thermiekbel met de wind mee schuin wordt weggezet. De bel die ten zuiden van jouw positie actief is, is dus eigenlijk een stuk dichterbij dan je denkt, want die bel wordt door de wind naar het noorden toe weggezet (zie tekening).


(Klik op de afbeelding voor grotere versie)

De bel die ten noorden van jou ligt wordt eveneens door de wind weggezet en is dus verder weg dan je wellicht zou denken, maar je hebt wel wind mee om daarheen te vliegen…. Zoals je in de tekening kunt zien is de hoogte X die jij boven de andere piloot vliegt mede bepalend voor je keuze. Hoe groter die hoogte is, hoe dichterbij de bel is die ten zuiden van je ligt en hoe eerder je voor optie D kiest. Als je niet al teveel hoger zit dan groep C of D dan ben je eerder geneigd te kiezen voor optie C omdat je met de wind mee die afstand sneller hebt overbrugd dan de andere kant op tegen de wind in.

Kort samengevat: als je een volgende bel zoekt richt je dan in eerste instantie op piloten die lager vliegen dan jij en thermiek hebben. Maak vervolgens een mentaal plaatje van hoe die bel loopt gegeven het landschap en de windrichting en sterkte en probeer dan te beredeneren welke bel het dichtstbij is (in tijd!) vanaf jouw positie. En tot slot: blijf om je heen kijken!!”

Vincent Verbon

Terug naar het overzicht >>